Wij gaan touren!

Jouw bodem of oppervlaktewater (laten) testen? En in gesprek over bodemoptimalisatie? Tijdens BodemUP On Tour gaan we op verschillende locaties in Noord-Brabant aan de slag met je bodem! Op 17 en 25 november én 4 en 11 december organiseert BodemUP inspirerende infomarkten (inclusief lunch of borrel). Dat wil je niet missen!Meld je aan

Met jouw inzet werken aan een betere bodem

Met 1800 boeren werken we de komende 5 jaar aan bodemvitaliteit. Het doel is om de bodemkwaliteit te verbeteren, wat leidt tot betere waterkwaliteit en hogere opbrengsten van de percelen.Meld je aan

Monitoring binnen BodemUP in 2024

09-07-2025

Via het BedrijfsBodemWaterPlan krijgen deelnemers aan BodemUP inzicht in hun bodem, waarna ze samen met een bodemcoach een passende maatregel kiezen. Het Louis Bolk Instituut, Nutriënten Management Instituut, en KWR Water Research monitoren binnen dit project de voortgang en de potentiële effecten.

Ook monitoren ze bij zogenoemde demobedrijven de effecten van bodemmaatregelen op bodem en water. Hieronder een overzicht over 2024.

Alle BodemUP-deelnemers vullen samen met hun coach het BedrijfsBodemWaterPlan (BBWP) in: een instrument om inzicht te krijgen in een duurzamer bodem- en waterbeheer. Ze geven hierbij ook aan welke maatregelen ze nemen of komend jaar willen nemen. Zo wordt de milieukwaliteit op percelen beoordeeld op basis van vijf prestatie-indicatoren (KPI’s):

  1. Fosfaatafspoeling naar oppervlaktewater
  2. Stikstofafspoeling naar oppervlaktewater
  3. Stikstofuitspoeling naar grondwater
  4. Nutriëntenbenutting
  5. Waterbalans: watervasthoudend en -bufferend vermogen

Genomen maatregelen

Tot en met 2024 waren er 609 deelnemers aan BodemUP. De BodemUP-deelnemersgroep scoort gemiddeld ruim voldoende voor bodemkwaliteit. De gemiddelde BBWP bedrijfsscore van deelnemers was 63 (zonder maatregelen) en 84 (met maatregelen). Vooral de efficiëntie van nutriëntenbenutting verbeterde sterk met maatregelen.

De meestgekozen maatregelen binnen BodemUP hebben betrekking op bemesting, zoals precisiebemesting. Andere populaire keuzes zijn bodemverbetering (zoals bekalken) en maatregelen om verdichting te voorkomen.

Sommige meer impactvolle maatregelen langdurig grasland, werden echter weinig gekozen.

Overzicht gekozen categorie maatregelen binnen BodemUP in 2024. Bodemverbetering, bemesting en teeltmaatregelen domineren. In 2024 zijn watervasthoudende maatregelen bijna twee keer vaker gekozen dan in 2022 en 2023. Dit komt misschien door de problemen met droogte en wateroverschot in de recente jaren.

Effecten van maatregelen

Scores in kwetsbare gebieden

De verbeteringen in BBWP-scores waren vergelijkbaar in zowel gewone als kwetsbare gebieden, zoals grondwaterbeschermingsgebieden en waterhuishoudingszones. In Natura 2000-gebieden lag het aantal deelnemers te laag voor stevige conclusies.

Bodemkwaliteit en representativiteit

Via de Open BodemIndex (OBI) is de bodemkwaliteit van de deelnemers geanalyseerd. De OBI kijkt naar chemie (zoals pH en nutriënten), structuur, biologie en milieufactoren. De laagste scores zijn voor nutriëntenbenutting, vooral door hoge fosfaatgehalten in de bodem die niet altijd door planten worden benut.

Demobedrijven

In 2024 zijn 12 demobedrijven geselecteerd, verdeeld over de sectoren melkvee, akkerbouw, groenteteelt en boomteelt. Ze liggen verspreid over de vier waterschappen in Brabant. Hier wordt gekeken naar effecten van bodemverbeterende maatregelen op bodem- en waterkwaliteit, zoals:

  • Bemesten met compost of bokashi
  • Niet-kerende grondbewerking
  • Groenbemesters
  • Aanleg van bufferstroken
  • Toepassing van bodemverbeteraars

Kaart met demobedrijven (Akk = akkerbouw, Groente = vollegrondsgroenteteelt, MVee = melkveebedrijf, Boomkw = boomkwekerij).

Waterkwaliteitsrisico’s

De waterkwaliteit in de gebieden waar de demobedrijven liggen is over het algemeen matig tot slecht, zeker als het gaat om stikstof en fosfaat in het oppervlaktewater. Bij de helft van de demobedrijven is 75-100% emissiereductie nodig om de KRW-normen (Kaderrichtlijn water) te halen. In het grondwater wisselt de nitraatstatus sterk per perceel.

Nulmetingen bodemvitaliteit

Bij alle demobedrijven zijn voor de start van de maatregelen nulmetingen uitgevoerd:

  • De meeste percelen liggen op zand- of zavelgrond, met pH-waardes die in orde zijn, behalve enkele licht zure percelen.
  • OS-gehalte varieert van 2,2% tot 4% (ligt binnen verwachte grenzen).
  • Stikstofleverend vermogen (NLV) varieert sterk, van 60 tot 145 kg N/ha per jaar. Op enkele percelen is dit laag, ondanks hoge organische stof – een aanwijzing dat het organisch materiaal niet erg actief is.
  • Fosfaatvoorraad in de bodem is op sommige percelen extreem hoog; op andere juist rond of onder de landbouwkundige advieswaarde.
  • Plantbeschikbaar kalium: grote variatie.
  • Microbiële activiteit: een wisselend beeld. Percelen met grasland of weinig bewerking scoren beter qua bodemleven.

Effect van groencompost meten en modelleren

Veel demobedrijven experimenteren met het opbrengen van compost. De langetermijneffecten van compost kunnen nog niet binnen één jaar worden gemeten. Daarom zijn deze effecten gemodelleerd met het NDICEA-model.

De stikstofbalans van demobedrijf 4 met en zonder groencompost. Zonder groencompost nam de organische stikstof sterk af (alleen kunstmestgift bij intensief gewas: aardappelen). Zowel met als zonder groencompost was er een behoorlijk stikstofoverschot, en dit was hoger mét groencompost. De uitspoeling was echter gelijk, omdat de stikstof van de groencompost langzaam mineraliseert.

Conclusies

  • Het aantal deelnemers aan BodemUP groeit, net als de toepassing van maatregelen. Toch worden impactvolle maatregelen vaak vermeden vanwege praktische of financiële belemmeringen.
  • BodemUP-deelnemers scoren gemiddeld goed op bodemkwaliteit en zijn representatief voor de regio.
  • De BBWP-scores verbeteren sterk met maatregelen, vooral op het gebied van stikstofuitspoeling en nutriëntenbenutting.
  • Demobedrijven zijn inhoudelijk representatief, voeren verschillende maatregelen uit en tonen al waardevolle inzichten over bodemgesteldheid.

Aanbevelingen

  • Blijf inzetten op begeleiding van boeren en het kiezen van maatregelen.
  • Overweeg extra financiële of praktische ondersteuning voor ingrijpende maatregelen.
  • Vergroot de inzet van effectieve maatregelen in kwetsbare gebieden.

Het volledige rapport is te lezen op de website van het LBI: www.louisbolk.nl/publicaties/bodemup-20-monitoring

Cookie-instellingen